[vc_image_slider images="67589" speed="300" extra_class=""]
Orde in de chaos.
Het perceel waarop de uitbouw gepland werd, wordt gekenmerkt door zijn beperkte breedte maar zijn grote diepte. Doorheen de tuin komen de bewoners telkens in nieuwe zones terecht met een eigen karakter.
De grootste vraag van de bewoners was dan ook om via de uitbouw meer contact te krijgen met de speelse, wilde tuin.
De uitbouw werd door ons dan ook snel opgevat als een tuinpaviljoen: een heel lichte structuur die zich tussen het groen in nestelt en eigenlijk meer behoort bij de tuin dan bij het huis.
Naarmate men vanuit de tuin het tuinpaviljoen nadert, wordt de organische wanorde van de tuin steeds meer getemd door orde en ritmiek, ritmiek die bekomen wordt door het gebruik van betonstenen van 120 x 60 cm die dwars op de lengterichting geplaatst worden en die van buiten naar binnen doorgetrokken worden.
Luifel als verbindend element.
Via een open structuur, die fungeert als een soort welkomstpoort, betreedt men via een eerste perk (= een eerste beheersing van het tot dan toe ongetemde groen) de verharde zone,waarbij men meteen botst op een lange maar smalle zwemvijver, die de vorm van de hele site kopieert en fungeert als verbindend element tussen de wilde en de beheerste tuinzone. Door het groen echter sporadisch te laten terugkomen in de verharde zone, ter vervanging van -een deel van- de betonsteen, is het ook in deze zone nooit helemaal afwezig.
Het tweede gedeelte van de uitbouw wordt via een smalle luifel verbonden met de woonzone van het paviljoen waardoor een geheel ontstaat van ingesloten en vrije ruimtes, open en geborgen gevoel. Het regenwater valt – op Barragán’s wijze – in de zwemvijver.
[vc_image_slider images="67597" speed="300" extra_class=""]
[vc_image_slider images="67612" speed="300" extra_class=""]
[vc_image_slider images="67592" speed="300" extra_class=""]
[vc_image_slider images="67590" speed="300" extra_class=""]
Schoonheid in de details.
De woonzone van het tuinpaviljoen wordt tevens omgeven door beheerst groen door de inplanting van perken die aanleunen tegen de beglaasde wanden van het paviljoen.
De glasgevels zijn bewust ontworpen met een patroon van smalle stalen tussenstijlen die niet enkel een knipoog vormen naar de opgedeelde raampartijen van het Bauhaus maar tevens de bewoner een zeker geborgen gevoel kan geven.
Klassevolle en tijdloze materialen.
Warmte wordt binnen gecreëerd door een fineerwand van notelaar, die doorgetrokken wordt van bij de aansluiting aan de bestaande woning tot het eind van het paviljoen.
Ook het kookeiland wordt in deze lijn meegenomen. Het is duidelijk dat er met dit tuinpaviljoen een tijdloos modernisme wordt beoogd door een beperkt arsenaal aan tijdloze en klassevolle materialen te gebruiken.
[vc_image_slider images="67596" speed="300" extra_class=""]
[vc_image_slider images="67628" speed="300" m="200" extra_class=""]
[vc_image_slider images="67607" speed="300" m="200" extra_class=""]
[vc_image_slider images="67599" speed="300" m="200" extra_class=""]
[vc_image_slider images="67626" speed="300" m="200" extra_class=""]
.projectfiche.
TYPE
privé
BUDGET
€250 000
FOTOGRAFIE
Thibault Florin (ISATI.)
